In Opinie, NRC Handelsblad, 9 oktober 2015
De grote woorden tuimelen over elkaar heen: het illegale gedrag van Volkswagen is een groot schandaal; wat het bedrijf geflikt heeft leidt tot een vertrouwensbreuk; aandeelhouders worden in de val meegesleurd; de hele Duitse autobranche loopt averij op, en het is maar de vraag of alle marketingtrucs van de wereld toereikend zijn om het concern weer in rustiger vaarwater te brengen, nadat het al of niet gelukt is de vele miljarden aan boetes en claims te betalen.
Bij al die consternatie is er opmerkelijk weinig aandacht voor het simpele feit dat er bij Volkswagen een batterij milieucriminelen aan de touwtjes trekt. Als we dat constateren dan leidt dat onvermijdelijk tot de gedachte dat die in de gevangenis thuis horen. Immers, waarom zou ik, als gewoon individu, in de nor gestopt worden als ik een misdaad bega – en terecht – en Martin Winterkorn en zijn trawanten daar gevrijwaard van zijn?
Voor ik hier verder op in ga is het de moete waard om te bespiegelen hoe het kon komen dat een groot en achtenswaardig concern zo de fout in ging. Om dit enigszins te duiden komen we al snel terecht bij de afkeer die de meeste auto-industrieën hebben van alles wat met milieu en duurzaamheid te maken heeft. Natuurlijk hadden auto’s al lang op schone energie kunnen rijden. Maar, dan wordt er geen benzine of diesel meer getapt. Dat zou de genadeklap zijn voor de Shells, Totals en Chevrons van de deze wereld. Tegelijkertijd zou dit een aantasting zijn van het financierskapitalisme zoals we dat nu kennen, dat investeert in grootschalige productiemethoden en nog grootschaliger bedrijven.
De overstap naar duurzame energie zou de hele keten van financierskapitalisme naar olie en vandaar naar auto’s volstrekt overbodig maken. Immers, een van de aardige kanten van de opwekking en leverantie van duurzame energie is dat er helemaal geen grootschaligheid aan te pas hoeft te komen. Dat maakt het begrijpelijk dat het corpocratisch complex, dat zich rond smerige energie heeft heen geweven, helemaal niet zit te wachten op schone energiebronnen. Dat maakt het tegelijk begrijpelijk dat een bedrijf als Volkswagen eigenlijk een lange neus ophaalt tegen milieueisen. Die zijn voor de dommen, maar niet voor hen, moet de gedachte geweest zijn die kennelijk in veel gelederen van VW de stemming bepaalde. Vermoedelijk heeft men zich een bult gelachen toen iemand op de proppen kwam met een truc om de zaak te belazeren.
Waar we dus mee te maken hebben is een verrot systeem – niet alleen binnen één bedrijf, maar binnen een hele bedrijfstak – dat de schurft heeft aan milieumaatregelen en alles in het werk stelt om die te verhinderen, te boycotten en te omzeilen. Het is dus niet een inschattingsfoutje, maar tot op het bot crimineel gedrag. Als dat zo is, dan voldoet het niet dat de bedrijfsleiding van VW schuld bekent – de sorry-cultuur -, met de openbare aanklager afspreekt volledige opening van zaken te geven, en een forse boete betaalt, zoals in de Verenigde Staten gebruikelijk is. Die boetes zijn sowieso ingecalculeerd. Zoals gezegd, ook verantwoordelijke personen zouden voor de rechter moeten verschijnen en mogelijk de gevangenis in draaien.
Het is eigenlijk raar dat personen die, op verschillend niveau, verantwoordelijk zijn voor de misdaden, die door hun onderneming begaan worden, zo ontzien worden, alsof zij geen personen van vlees en bloed zijn die willens en wetens wetten overtreden en zich feitelijk op het criminele pad begeven. In het geval van Volkswagen gaat het nu om milieucriminaliteit, maar niet zelden schenden grote ondernemingen ook mensenrechten, ontduiken ze het betalen van belasting, nemen risico’s met veiligheid, en zo voorts en zo verder. Als gewone individuen misdaden kunnen begaan, waarom zouden ondernemingen en hun leidinggevenden en werknemers ten allen tijde brandschoon zijn? Des te groter een bedrijf en een bedrijfstak is, des te makkelijker is het om weg te komen met misdadig handelen. Als je als persoon strafrechtelijk niet de maat genomen wordt, waarom zou je het dan nauw nemen met wetten en regels, zeker als daar bijvoorbeeld een leuke bonus op volgt?
Onze rechtstaat heeft behoefte aan enig achterstallig onderhoud
Kortom, onze rechtstaat heeft behoefte aan enig achterstallig onderhoud. Dat is: aan personen die in bedrijven verantwoordelijkheid dragen geen vrijgeleide meer te geven. Het is niet zo dat ik een appeltje te schillen heb met mensen die meer macht en geld hebben dan waar ik over beschik. Ik heb een grote bewondering voor mensen die voor de samenleving nuttige dingen maken en diensten aanbieden en dat op een keurige wijze doen. Hoewel, het moet gezegd, het huidige financiële en ondernemersklimaat maakt het hen niet makkelijk om zuiver op de sociale en ecologische graad te zijn. Waar het mij om gaat is de rechtstaat weer greep te laten krijgen op ondernemingen, terwijl het nu al te vaak andersom is. Dat is de les die we uit deze Volkswagen-affaire kunnen trekken. Het belang van het redden van de rechtstaat, ook in stafrechtelijk opzicht, overstijgt vele malen het gedoe rond dit forse schandaal.
Samen met John Huige en Pieter Pekelharing schreef ik het bij Van Gennep verschenen boek Macht van de mega-onderneming. Naar een rechtvaardige internationale economie.