Inhoudsopgave, inleiding en teksten
- Inhoudsopgave
- Inleiding – Waarom tolereren we nog langer Big Business?
- Deel 1 – Kennis, de enige grondstof die niet opraakt
- Hoofdstuk 1 – Intellectuele oneigenlijke eigendomsrechten
- Hoofdstuk 2 – De oorlog tegen het delen van kennis en creativiteit
- Hoofdstuk 3 – Slecht voor innovatie, arme landen en de meeste bedrijven
- Intermezzo – Vooruitblikken: mondiaal ingrijpende wijzigingen
- Deel 2 – Compleet andere economische verhoudingen
- Hoofdstuk 4 – De markt heruitvinden: geen dominante ondernemingen
- Hoofdstuk 5 – De markt heruitvinden: geen intellectueel eigendomsrecht
- Hoofdstuk 6 – Het scheiden van onderzoek en fabricage
- Deel 3 – Poging na poging de wereldhandel te beteugelen
- Hoofdstuk 7 – Aanzetten tot rechtvaardige regels mondiale handel: een korte geschiedenis
- Hoofdstuk 8 – Ook mondiale ondernemingen begaan misdadaen. Straffeloos?
- Deel 4 – Tot slot en tegelijk het begin
- Urgentie. Dank. Literatuur
Inhoudsopgave
Hier vindt u de gehele inhoudsopgave.
Inleiding – waarom tolereren we nog langer Big Business?
Een mondiale terreinverkenning
Het is al te bekend, maar we ontkomen er niet aan het weer te benoemen: zo’n honderdvijftig transnationale ondernemingen domineren wereldwijd productie, transport, distributie en retail van voedsel, energie, communicatie, financieel verkeer en andere dienstverlening. Om milieuschade, afval en het opsouperen van onze natuurlijke hulpbronnen, daar bekommeren deze megaondernemingen zich nauwelijks om, evenmin als om sociale en economische ongelijkheid.
Waar we misschien niet zo bij stilstaan is dat die transnationale ondernemingen hun macht niet alleen ontlenen aan het onmiskenbare feit dat ze in alle hoeken van de wereld actief zijn, fuseren en tegelijk bedrijfsonderdelen afstoten dat het een lieve lust is, veel van hun werk uitbesteden aan onderaannemers, sterk verweven zijn met de grote zakenbanken in New York en in de City van Londen, en net als gewone mensen misdaden begaan – waarschijnlijk meer omdat ze er haast nooit voor gestraft worden. Waar we weinig bij stilstaan is dat die megaondernemingen hun mondiale supermacht ontlenen aan het feit ze intensief samenwerken om op nationale, regionale en mondiale niveaus invloed uit te oefenen, op wet- en regelgeving, op het zetten van standaarden, op het al of niet toelaten van producten op markten, op het al of niet handhaven van wetten en regels.
Lees hier de gehele Inleiding.
Deel 1. Kennis: de enige grondstof die niet opraakt
Bij intellectuele eigendomsrechten denken we niet meteen aan schaarste. Als kennis eenmaal geproduceerd is, een uitvinding is gedaan, een boek of muziekstuk is geschreven, is eindeloze verspreiding mogelijk. Het betreffende werk wordt er niet minder om. Kennis en creativiteit verschillen wezenlijk van materiële goederen: ze zijn niet rivaliserend. Het gebruik door de een rivaliseert niet met het gebruik door de ander.
Lees hier verder.
Hoofdstuk 1. Intellectuele oneigenlijke eigendomsrechten
Het is dan ook vreemd om schaarste los te laten op intellectueel eigendom. Eigendom is het resultaat van de machtsverhouding, en vaak machtsstrijd, tussen mensen of bedrijven. Een huis en een machine lenen zich er niet voor om tegelijk door twee of meerdere mensen toegeëigend te worden.
Maar de exclusieve toe-eigening van kennis, muziek of een verhaal is een stuk ingewikkelder.
Wat per definitie niet schaars is, moet om tot intellectueel eigendom te komen schaars worden gemaakt. Verbodsbepalingen en sancties moeten dit voor elkaar brengen. Pas toen kennis en creativiteit handelswaar werden, is daar het begrip eigendom aan vastgeplakt, laat in de twintigste eeuw.
Lees hier Hoofdstuk 1.
Hoofdstuk 2 – De oorlog tegen het delen van kennis en creativiteit
Waar waarde is, is diefstal, en TRIPS
Zo was het, zo is het, en zo gaat het almaar door. Dus ook diefstal van kennis die waarde vertegenwoordigt, is zo oud als de mensheid. Prometheus stal zijn kennis van de goden en moest daar zwaar voor boeten. Maar diefstal is een relatief begrip. Prometheus was een snoodaard in de ogen van Zeus, maar een weldoener voor de mensheid, doordat hij kennis beschikbaar had gemaakt.
Op 9 juli 1982 verscheen in de New York Times een opiniestuk met de titel ‘Stealing from the mind’. De schrijver ervan was Barry MacTaggart, die toen chairman en president was van de farmaceutische gigant Pfizer International. De kern van zijn betoog was dat kennis en uitvindingen van de VS gestolen werden. De snoodaards waren Brazilië, Canada, Mexico, India, Taiwan, Zuid-Korea, Italië en Spanje. De regeringen van die landen, aldus zijn argument, ontwierpen wetten die het stelen van uitvindingen ‘legaal’ zouden maken. De World Intellectual Property Organization (WIPO) kreeg het van MacTaggart te verduren vanwege haar laksheid in het bestrijden van diefstal van westerse industrieën.
Lees hier Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 3 – Slecht voor innovatie, arme landen en de meeste bedrijven
Zouden intellectuele eigendomsrechten innovatie bevorderen?
Veel landen hangen de overtuiging aan dat het patentsysteem de weg bij uitstek is om gewenste innovaties in gang te zetten (Herder 2007: 5-7). Maar is dat zo?
Laten we een paar eeuwen teruggaan, naar James Watt en zijn stoommachine. De kennis over hoe dat ding werkte, had hij samen met Boulton gepatenteerd. Vervolgens was hij druk bezig gegaan met processen voeren tegen anderen die een deeltje van die kennis gebruikten. Hierdoor verzuimde hij zelf zijn stoommachine door te ontwikkelen. In 1799 verviel dit patent en toen was er geen houden meer aan alle vernieuwingen die zich op dit gebied voltrokken. Er zijn economische historici die beweren dat Watt, door als een broedende kip op het ei van zijn patent te zitten, de industriële revolutie een paar decennia vertraagd heeft (Pollock 2006: 5; Boldrin 2008: ch. 1, p. 3). Er is discussie of dit waar is, maar het is hoe dan ook het overdenken waard.
Lees hier Hoofdstuk 3.
Intermezzo. Vooruitblikken: mondial ingrijpende wijzigingen
In de eerste twee delen van dit boek hebben we geanalyseerd dat de corpocratisch onderling verweven transnationale ondernemingen het mondiale economische leven overheersen en onze ideologische blik op de wereld in sterke mate beïnvloeden. Tegelijk zagen we hoe het bezit van intellectuele eigendomsrechten hun positie daarbij versterkt.
We willen het er niet bij laten dit te constateren. Ja, het is waar: het publieke belang legt veel minder gewicht in de schaal dan de speelruimte die transnationale ondernemingen krijgen. In deze studie willen we echter verder gaan dan de feiten daarvan op een rij zetten.
Lees hier het Intermezzo.
Deel 2 – Compleet andere economische verhoudingen
Tekst onder 8e kop
Hoofdstuk 4 – De markt heruitvinden: geen dominante ondernemingen
Tekst onder 9e kop
Hoofdstuk 5 – De markt heruitvinden:geen intellectueel eigendomsrecht
Tekst onder 10e kop
Hoofdstuk 6 – Het scheiden van onderzoek en fabricage
Tekst onder 11e kop
Deel 3 – Poging na poging de wereldhandel te beteugelen
Tekst onder 12e kop
Hoofdstuk 7 – Aanzetten totrechtvaardige regels mondiale handel: een korte geschiedenis
Tekst onder 13e kop
Hoofdstuk 8 – Ook mondiale ondernemingen begaan misdaden. Straffeloos?
Tekst onder 14e kop
Deel 4 – Tot slot en tegelijk het begin
Tekst onder 15e kop
Urgentie. Dank. Literatuur
Tekst onder 16e kop