Giep Hagoort, emiritus hoogleraar kunst en economie Universiteit Utrecht/HKU.
Joost en ik hebben in 1983 het initiatief genomen om professionals in de culturele sector te trainen op de gebieden beleid en management. Daar was een grote behoefte aan. Ruim 350 reacties kregen we op een kleine aankondiging in De Volkskrant terwijl er plaats was voor 40 deelnemers, verdeeld over een groep in Amsterdam en een in Utrecht.
Ons initiatief is uitgegroeid tot een HKU-opleiding kunst en economie en beiden zijn we hoogleraar geworden, Joost in de politicologie en ik in de bedrijfskunde.
Het bijzondere van Joost is geweest dat hij zich sterk maakte voor de vastlegging van inzichten en ervaringen in het nieuwe vakgebied. Hij werd ook de eindredacteur van een omvangrijk tweedelig, losbladig handboek Management Kunst & Cultuur (een uitgave van Samsom-Stafleu) waaraan tientallen professionals en onderzoekers een bijdrage leverden.
Zijn proefschrift Cultuur in Nederland 1945-1955 geldt heden tendage nog steeds als een belangrijke kennisbron en wordt als zodanig ook gehanteerd.
Op het gebied van auteursrechten geldt Joost in de afgelopen twintig jaar als een belangrijk innovatief denker, schrijver en spreker, ook in internationaal opzicht. Tegen alle neoliberale denkrichtingen in bepleit hij voor een auteursrechten-vrije culturele sector waarin de macht van grote multinationale mediabedrijven gebroken is en alle ruimte geboden wordt voor nieuwe verbeeldingen.
Inmiddels zijn we met onze carrières verschillende wegen ingeslagen. Ik beschouw het als een voorrecht met Joost te hebben samengewerkt.
John Huige is politiek econoom. Hij studeerde in Tilburg en Bologna. Hij was vakboendsadviseur, docent, directeur NIVON, directeur PvdA en maatschappelijk adviseur. Hij is lid van de coördinatiegroep Platform Duurzame Solidaire Economie.
Ik ken Joost al ongeveer 50 jaar. We waren beiden staflid in het toenmalige NBBS-hotel in Rome. Een hele mooi zomer was dat. Daarna steeds contact gehouden. Echt samen onderzoek doen en schrijven begon pas weer zo’n 10 jaar geleden. Joost had het plan opgevat voor een groot project rond multinationale ondernemingen. Daarin gedreven vanuit zijn niet aflatende ijver rond het onderwerp van de IP.
Naast een vrolijke en altijd tot discussie (over de wereldpolitiek) bereid zijnde vriend leerde ik toen Joost kennen als een serieuze onderzoeker en schrijver. Precies tot op de laatste voetnoot. Het resultaat is een mooi boek: De Macht van de Mega-onderneming. Door het niet aflaten van de drive van Joost kwam er ook nog een Spaanse vertaling.
De actualiteit van het boek groeit nog steeds en de publieke steun voor door ons bepleitte maatregelen neemt ook toe.
In ons boek De Macht van de Megaonderneming is ook een link naar het financiële systeem opgenomen. Want ook die is zeer dwingend in het bepalen van de richting van onze samenleving en hoe overheden en bedrijven er op reageren. Dit is zo’n systemisch aspect: we zijn gevangen in dat systeem. Kijk bijvoorbeeld ook naar winstmaximalisatie die bij wet verplicht is gesteld in de USA. Een zelfde discussie loopt anno 2017 ook rondom AKZO Nobel, waar men nu onenigheid even over het wel of niet maximaliseren van de aandeelhouderswaarde.
Je ziet het overal.
In mijn nieuwe boek beschrijf ik acht ontwikkelingen die aantonen dat het niet goed gaat, natuur, politiek, mensen die zich als consument gaan gedragen, etc. Al die zaken raken steeds meer hyper. Kijk maar naar politiek en democratie. Mensen zeggen nu dat ze geen invloed meer hebben, ze ervaren dat er van alles wordt besloten. Ook in het regeerakkoord zien we weer opmerkelijke zaken zoals afschaffen dividendbelasting, terwijl dat nergens in een verkiezingsprogramma heeft gestaan. Inmiddels weten we dat er op iedere Nederlandse parlementariër 7 lobbyisten uit het bedrijfsleven zijn, terwijl de 11 grootste natuur & milieu organisaties gezamenlijk drie lobbyisten hebben rondlopen in Den Haag.
Marieke van Schijndel, directeur Museum Catharijneconvent.
Marieke van Schijndel (45) is sinds 2010 directeur van Museum Catharijneconvent. Het museum voor religieuze kunst is gevestigd in het middeleeuwse klooster dat ook het Catharijneconvent heette.
Joost heeft mij gered van de werkeloosheid door mij mijn eerste baan gegeven na mijn studie Kunstbeleid en -management aan de Universiteit Utrecht. Het was een voorrecht om een jaar met Joost te mogen werken bij het Centrum voor Onderzoek van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. We schreven dat jaar samen een boek over de toekomst van het kunstvakonderwijs.
Het meest uitdagende en interessante hoofdstuk ging over auteursrecht. We hebben de jaren daarna doorgewerkt aan dit onderwerp.
Joost en ik zijn nu verbonden in een voor mij zeer dierbare vriendschap, waarbij ik me mag laven aan zijn uiterst creatieve geest en niet aflatende doorzettingsvermogen en ik hem op mijn beurt uitdaag om precies te zijn en kleur te bekennen zonder de nuance te verliezen.
Pieter Pekelharing doceerde jarenlang filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds zijn emeritaat is hij publicist.
Ik ken Joost sinds een jaar of tien, maar ik had al eerder van hem gehoord. Toen ik onderwijs gaf over ‘Filosofie en de stad’ had ik voor mijn studenten een lezing van een ambtenaar van de gemeente Amsterdam georganiseerd. Die vertelde veel moois over planning en verfraaiing, maar m aan het eind van zijn lezing kwam hij ook met een anekdote over een actiegroep ‘vrienden van de binnenstad’ die de gemeente horendol maakte met haar klachten. Wat bleek? In die groep zat ene Joost Smiers die een belangrijke inspirator van de groep vormde. Niet alleen de ambtenaar, maar de hele gemeente bleek beducht voor de pen en het vingertje van Joost. Fiets of loop met hem door de stad, lunch op een mooie zomerdag met hem op straat voor zijn huis aan de gracht, en iedereen kent en groet hem.
Ik leerde Joost kennen bij Groen Links waar hij het thema intellectueel eigendom aan de orde bracht en uitlegde hoeveel schade dat in de kunstwereld had aangericht. Dat thema heeft hij inmiddels uitgebreid met een studie van het bedrijfsleven. Niet alleen de cultuurwereld, ook markten werken volgens Joost beter en eerlijker als er paal en perk een het intellectueel eigendom worden gesteld. Joost is de spreekwoordelijke luis in de pels van de macht. Niet alleen de macht van de gemeente, maar ook de macht van de overheid en het bedrijfsleven. We hebben de hinderlijke, ergerniswekkende, radicale, telkens tot nadenken stemmende kritiek van mensen als Joost hard nodig.
Rudi Holzhauer, oud UHD intellectuele eigendom EUR, rechter plv. rb Den Haag.
Na oude vrienden een nieuwe. Ik kende het werk van Joost al sinds de jaren tachtig. Zijn pleidooien tegen het auteursrecht. Dat was en is een gedeelde belangstelling, in Rotterdam samen met mijn inmiddels overleden oud-collega Peter Kaufmann (EUR bedrijfskunde).
Joost en ik hebben elkaar over en weer behoorlijk verwaarloosd – wetenschappelijk gesproken dan. toen ik in 2019 het plan opvatte om mijn economische kritiek op IE nog eens opnieuw onder woorden te brengen (boekje schrijven dus) kon ik Joost overtuigen om dat samen te gaan doen. Future plan. Ofwel …. you aint seen nothing yet!
Joost is duidelijk veel radicaler dan ik ooit was. Daar leer ik dan weer van. Ik heb in de wetenschappelijke wereld een nare smaak overgehouden aan de vertegenwoordiging van IE aan de Academie.
In gesprek bleek mij dat Joost best nog eens iets naar buiten wilde brengen van “al zijn materiaal”. Een website was snel bedacht en iets minder snel vormgegeven en ingevuld. Maar kijk maar. Mooi toch?