De kop boven een artikel van Jan van der Putten in de Groene Amsterdammer van 27 februari luidde: Dood door schuld. Het artikel gaat er onder meer over dat de top van de Chinese overheid het bestaan van het coronavirus gedurende enkele weken willens en wetens niet alleen ontkend heeft maar ook actief klokkenluiders heeft tegengewerkt. Als er meteen alert gereageerd was, dan was het goed mogelijk geweest het virus in en rond Wuhan in te dammen. Maar helaas, in het China van de Grote Leider Xi Jinping is er geen plaats voor verontrustende berichten en moest de doofpot zijn werk doen.
Hoewel Jan van der Putten het in zijn artikel niet zo hard uitspreekt heeft de koppenmaker van de Groene Amsterdammer het goed begrepen: dood door schuld. Xi Jinping is schuldig aan de dood, aanstaande dood en ziekte van duizenden mensen overal ter wereld. Immers, hij is daar verantwoordelijk voor. De aanklacht zou kunnen luiden dat hij nalatig is geweest om de ziekte meteen te onderkennen en maatregelen te nemen, en hij heeft dit zelfs actief tegengewerkt. Dit lijkt op genocide, afhankelijk hoe men dat definieert. Bovendien heeft hij daardoor de welvaart en het welzijn van miljarden mensen wereldwijd in gevaar gebracht; met name de armen zullen daaronder lijden.
Als er dood door schuld is – wat in deze omvang een misdaad tegen de menselijkheid is -, dan past het dat enigerlei officier van justitie Xi Jinping voor het gerecht brengt. Dit soort dood door schuld mag niet onberecht blijven. In China zien we het niet zo snel gebeuren dat een officier van justitie zich eraan waagt. In dictatoriale regimes wordt er alleen schoon schip gemaakt door een staatsgreep, maar in China is die niet in de maak, lijkt me. Dan valt het toe aan de internationale gemeenschap om de Grote Leider strafrechtelijk ter verantwoording te roepen. Op zich is daarvoor het Internationaal Strafhof in het leven geroepen. In dit geval kan de aanklacht van misdaad tegen de menselijkheid een sterke zaak zijn.
Zien we Xi Jinping binnenkort in de gevangenis van Scheveningen wachten op zijn proces bij het Internationaal Strafhof in Den Haag? Dat lijkt niet waarschijnlijk. Dat hoeft niet uit te sluiten dat de public prosecutor Fatou Bensouda een arrestatiebevel kan uitvaardigen. Een hindernis daarvoor is natuurlijk dat de Volksrepubliek China geen lid is van het Internationaal Strafhof. Maar dat zijn de Verenigde Staten ook niet. Toch heeft de Kamer van Beroep van het Internationaal Strafhof onlangs de openbare aanklaagster de volmacht gegeven om ten aanzien van Afghanistan de leden van de Taliban, van het Afghaanse leger, van de strijdkrachten van de VS en van de CIA aan te klagen voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Dit ondanks dat de VS geen lid zijn van het Internationaal Strafhof en gedreigd hebben om Scheveningen binnen te vallen als er daar ook maar één Amerikaan opgesloten zit.
In principe kunnen dus misdadigers uit niet-Lidstaten aangeklaagd worden, dus in feite ook Xi Jinping. Maar of het zo ver zal komen? Als we daar nuchter over nadenken dan is het antwoord: neen. Maar wie weet wat er gaat gebeuren als de woede in de wijde wereld toeneemt over het feit dat medeburgers massaal doodgaan aan een virus dat makkelijk voorkomen had kunnen worden en verarmd raken als gevolg van de criminele nalatigheid en obstructie van de Chinese Leider? Misschien zou dat de druk op de openbare aanklaagster van het Internationaal Strafhof kunnen verhogen om tot actie over te gaan. Ook dan is het onwaarschijnlijk dat China hem zal uitleveren, maar er is in ieder geval een daad gesteld en een teken afgegeven: misdaden tegen de menselijkheid mogen niet onberecht blijven.
Moet de wereldgemeenschap dan maar lijdelijk toezien dat deze misdaden tegen de menselijkheid waarschijnlijk nooit door een rechter tegen het licht van het internationale strafrecht gehouden zullen worden? Dat lijkt me een te fatalistisch idee. Wat we kunnen doen is een voorstadium inbouwen. Dan kunnen we denken aan een internationaal tribunaal. Het grote voorbeeld daarvan is het Russell Tribunaal van 1996 dat de Amerikaanse buitenlandse politiek ten aanzien van en de militaire interventie in Vietnam onderzocht en evalueerde.
Het moet publiekelijk duidelijk worden dat de burgers van de wereld woedend zijn dat veel van hun dierbaren het slachtoffer geworden zijn van de nalatigheid van de Grote Leider van het grootste land van de wereld. Als het Internationale Strafhof daarvoor een brug te ver is, dan is een internationaal tribunaal het geëigende middel om de zaak-Xi Jinping aan een voorstadium van een strafrechtelijk onderzoek te onderwerpen. Dood door schuld mag niet onbesproken blijven.
Daar komt bij dat zo een internationaal tribunaal kan bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het internationaal strafrecht. Met de mondialisering kan het handelen van een regering in, bijvoorbeeld, land X mondiale consequenties hebben, tenzij het om een minuscuul klein land gaat. Dat blijkt nu op het gebied van de gezondheid, maar dat kan ook gaan over beleid op het gebied van het milieu dat wereldwijde gevolgen kan hebben. Tot nu toe moeten wij, als burgers van land A, lijdelijk toezien dat regeringsleiders van land B misdadig handelen wat fatale gevolgen heeft voor ons als inwoners van land A. Als we dat politiek, via de Verenigde Naties of de WTO, niet kunnen beïnvloeden en veranderen en er bestaat alle schijn van dat het handelen van regeringsleiders misdadig is met mondiale consequenties, dan moeten we een plek hebben waar we dat publiekelijk kunnen constateren en veroordelen.
Ik begrijp goed dat het uitbreiden van het internationaal strafrecht naar regeringshandelingen met grensoverschrijdende consequenties een nieuwe stap is. Nog sterker, dit roept om diep nadenken over wat de bedoeling van zo een internationaal tribunaal zou moeten zijn, hoe het samen te stellen, hoe de aanklachten geformuleerd kunnen worden, wat het karakter van de uitspraken zou kunnen zijn, en zo voort en zo verder. Maar, er moet een begin mee gemaakt worden. In een wereld waar virussen, producten en vliegtuigen door de wereld razen mag het strafrecht niet meer alleen een zaak zijn van het land waar de misdaden begaan worden, en bijgevolg dus niet aangeklaagd zullen worden.
Tegelijk kunnen zulke internationale tribunalen steun geven aan de oppositie in de landen waarvan regeringsleiders mondiaal strafbare feiten verweten wordt. Hierdoor kunnen ze weten dat de wereldbevolking niet accepteert dat hun leiders misdadig handelen. Gedeelde woede is halve smart. Als we gezamenlijk wereldburgers zijn, dan moet het strafrecht mondiaal niet ineens meer een blinde vlek zijn.
Lees ook: Branko Milanovic, China’s political system and the corona virus : https://www.socialeurope.eu/chinas-political-system-and-the-coronavirus