Angela Merkel gooit de knuppel in het hoenderhok: niet sociale mediabedrijven moeten klanten uit hun netwerk bannen, dus ook niet Trump, maar de rechter zou dat moeten doen. Daar is iets voor te zeggen, maar dan moet het sociale medialandschap wel eerst grondig ondersteboven geschoffeld worden.
De beschouwing daarover moet beginnen bij het feit dat de “social” media platforms bijna monopolisten zijn, zo ook hun facilitators als Apple, Google, Amazon, en nog enkelen. In geen enkele bedrijfstak mag het acceptabel zijn dat die gedomineerd worden door monopolisten, dus ook niet in de hoek van de digitale media. De uitdaging is dus, hoe kan je mededinging afdwingen in een sector waar het juist zo handig is dat die mededinging er niet is omdat je elkaar daar treft, gezellig bij elkaar.
Twee acties zijn, hopelijk gelijktijdig, mogelijk. Allereerst, de te groot gegroeide ondernemingen in stukken opbreken, met de mededingingswetgeving in de hand. Dat kan naar omzet of naar omvang van verrichte handelingen. Zeker in de V.S. bestaat er, historisch gesproken, een zekere ervaring in het opsplitsen van markt-dominante ondernemingen. De basisvoorwaarde is politieke wil, het hoe volgt dan vanzelf. Je moet wel, via de Mededingingsautoriteit, in de gaten blijven houden dat de afzonderlijke, opgesplitste onderdelen vervolgens weer niet te groot groeien. De EU heeft een stokje gestoken voor het recente wijzigingsplan van Whatsapp om meer te gaan uitwisselen met Facebook. Dat gaat misschien ergens op lijken, op het afremmen van de ongebreidelde machtsexpansie van sociale mediabedrijven. Maar het is een schuchter begin.
De tweede actie is dat je je gegevens moet kunnen verhuizen naar een ander sociaal netwerk en je vervolgens tussen verschillende sociale netwerken berichten kan uitwisselen. Diverse nieuwe netwerken kunnen zich, volgens professor Roel Wieringa in de Volkskrant van 12 januari 2012, bijvoorbeeld onderscheiden door berichten met onbeperkt bereik eerst door een redactie laten beoordelen; dat is de redactionele verantwoordelijkheid die we kennen van kranten en tijdschriften, om het even populair of wetenschappelijk. Of het netwerk kan zich richten op regionale onderwerpen. Concurrerende netwerken zullen nieuwe diensten gaan ontwikkelen.
Met deze keuzevrijheid voor gebruikers komt er ook ruimte voor bedrijven die andere verdienmodellen hanteren, nog steeds volgens Roel Wieringa, en betere kwaliteit bieden. Een nieuw sociaalmediabedrijf zou bijvoorbeeld abonnementsgeld kunnen vragen en op die manier vrij van advertenties kunnen zijn. Een ander netwerk zou gebruikers een bedrag per verstuurde megabyte kunnen vragen.
Dan begint burger Trump, we raden het al, zijn sociaal netwerk dat MAGA zou kunnen heten, Make America Great Again. Hij moet dan wel op zoek gaan naar een verdienmodel dat ook
werkt als het wordt bevolkt door haatzaaiers, extremisten en complotdenkers. Welke adverteerder zou daar gebruik van willen maken? Een kwestie van gezonde marktwerking, mogen we dat noemen.
Onvermijdelijk komen we uiteindelijk terug bij Angela Merkel. Het OM moet actief en alert het internet afspeuren naar alles wat riekt naar haat zaaien, oproepen tot gewelddadigheid en dergelijke. Rechters moeten daar snel op inspelen want het rondstrooien van berichten op internet gaat nu eenmaal snel. Er komt dan wel een probleem om de hoek kijken. In de VS is het First Amendment, de vrijheid van meningsuiting, schier heilig. In Europa wordt daar in het algemeen genuanceerder over gedacht. Dus, zou men zeggen, het fatsoen op het internet moet komen uit Europa en kan daardoor een fatsoenerende werking hebben die de planeet omspant.