Het lijkt erop dat bij ITA de mantel der liefde uit de requisietenkast getrokken is. Het staat vast dat Ivo van Hove alle grenzen te buiten gegaan is: zelf door zijn eigen gruwelijke gedragingen, maar ook door als leidinggevende jarenlang toe te staan dat anderen in het gezelschap collega’s maltraiteerden. Het valt niet begrijpen dat het OM niet al lang een onderzoek gestart is naar karakter en omvang van de misdadige gedragingen van Ivo van Hove en het nalaten van ingrijpen bij grensoverschrijdend gedrag door anderen. Als OM niet snel in het geweer komt, moeten we dan spreken van klassenjustitie? De mantel der liefde?
De voormalige held van het Leidseplein is, eindelijk, op staande voet de wacht aangezegd. Er zijn mensen die bij misdadige gedragingen eerder de laan uit gestuurd zijn. Voor komend jaar zou Ivo van Hove € 145.000 ontvangen voor drie regies. Een beetje veel lijkt me. De wereld wordt wijs gemaakt dat de Raad van Bestuur van ITA en Ivo van Hove in goed overleg besloten hebben uit elkaar te gaan en de drie regies niet geleverd gaan worden. Wat in kranten niet gemeld wordt is de vraag of er een geheim convenant gesloten is tussen Ivo van Hove en ITA. Gaat hij de komende tijd een niet geopenbaarde schadevergoeding krijgen? Iemand die zonder gêne bedongen had € 145.000 voor drie regies te krijgen lijkt me een geldwolf, of iemand die het kapitalistische spel goed in z’n vingers heeft. Men moet niet raar opkijken als deze geldwolf z’n huid duur verkocht heeft.
Het is goed om na twee decennia Ivo van Hove de balans op te maken, met name of dit genie voor het culturele klimaat van de stad een artistieke verrijking was. Over artistieke prestaties van hem en van ITA kan men verschillend denken, hoewel dit in het openbaar moeilijk zal zijn zolang Ivo van Hove heilig verklaard blijft.
Waar ik het over wil hebben is het soort gebruik van de Rabozaal. Ik kan iets gemist hebben, maar eigenlijk alles wat daar geboden werd en wordt is gewoon klassiek: wij publiek kijken vanaf de tribune naar de spelers. Maar die zaal heeft ook een andere mogelijkheid: op de vlakke vloer spelen. Daar heeft Ivo van Hove zich bij mijn weten niet aan gebrand. En daarmee heeft hij Amsterdam iets essentieels voor het theater en voor onze tijd onthouden: een baaierd van nieuwe spelmogelijkheden en interacties tussen spelers en publiek. Ivo van Hove was gewoon een ouderwetse theatermaker.
En dan de naam ITA, Internationaal Theater Amsterdam. Toneelgroep Amsterdam en Stadsschouwburg waren prima namen die precies vertelden waar we mee te maken hadden. Vanaf de eerste minuut dat we ITA moesten zeggen was ik stijf verbaasd. De naam is een pleonasme: theater is altijd internationaal. Waar het op neerkwam is dat de verandering naar ITA dikdoenerij was. Nu gezelschap en schouwburg aan het Leidseplein zich bevrijd hebben van de mythe Ivo van Hove kan de naam ITA de prullenmand in, bij de mantel der liefde. We nemen gewoon de namen die er toe doen terug: Toneelgroep Amsterdam en Stadsschouwburg, en we gaan in de Rabozaal veel op de vlakke vloer spelen.
De column in Trouw verscheen van de hand van Erik Akkermans op 26 augustus 2024.