Stilletjes glijdt GroenLinks-PvdA de oorlogsstand in, alsof het vanzelfsprekend is. Maar dat is het niet, schrijf ik in een Opinie voor Trouw op 15 april 2024.
GroenLinks-PvdA trapt komende zaterdag de campagne voor de Europese verkiezingen af. Maar, in het bonte programma ontbreekt één cruciaal onderwerp: de voortgaande militarisering van onze samenleving. Ondertussen constateert fractievoorzitter Frans Timmermans dat de dreiging vanuit Rusland ‘acuut’ is en we moeten investeren in de eigen defensie.
Men hoeft geen helderziende te zijn om te beseffen dat geen van beide, Rusland net zo min als Oekraïne deze oorlog gaat winnen. Die oorlog kan jaren voortmodderen, met heel veel doden en vernietiging tot gevolg, met als risico ook nog een veel grotere oorlog.
De leus ‘Rusland mag deze oorlog niet winnen’ is goed bedoeld. Maar die staat mijlenver af van de realiteit en dat Oekraïne met steun van de Verenigde Staten en Europa Rusland zou kunnen verslaan.
Staakt-het-vuren
Het is dus raadzaam om niet méér geld aan wapens uit te geven, maar om alle kaarten te zetten op diplomatie, op de weg naar vredesonderhandelingen. Op z’n minst moet er een staakt-het-vuren komen, wat voor een tijd uitmondt in een bevroren conflict, bewaakt door een internationale troepenmacht.
Wat opvalt, en pijn doet, is dat binnen GroenLinks-PvdA geen serieuze openlijke discussie gevoerd wordt over de oorzaken van deze oorlog. Laat staan dat er een debat is over hoe zo snel mogelijk de wapens te laten rusten. In een verbluffende vaart zijn de laatste maanden ineens de poorten wagenwijd open gezet voor het militariseren van onze samenleving, in Nederland, en in Europa. Heel veel miljarden moeten ineens naar defensie stromen.
De Europese verhouding tot de Navo is niet eens uitgekristalliseerd. Er bestaat alleen een schijn van vermoeden over wat een gezamenlijke Europese Defensie zou kunnen zijn, hoe de legers van de verschillende landen geïntegreerd zouden moeten worden, en wat dat zou moeten kosten.
Moet er méér geld dan nu uitgegeven worden aan defensie, hetzelfde bedrag, of is minder genoeg? Aan wat voor soort defensie is behoefte? Al deze cruciale vragen zijn kennelijk aan GroenLinks-PvdA niet besteed. ‘Ja maar’, zal men zeggen, ‘de Russen komen er aan’.
Zonder dat ik ook maar een seconde het brute optreden van Rusland in Oekraïne wil goed praten, is het volgens mij van imminent belang om te proberen te begrijpen waarom Rusland handelt zoals het handelt. Als van Russische kant beweerd wordt dat het oprukken van de Navo naar zijn grenzen als bedreigend ervaren wordt, waarom zou men niet op z’n minst proberen te begrijpen wat de grond voor die angst is.
Angst aan beide kanten
Die angst moeten we serieus nemen. Aan beide kanten – Rusland en West-Europa – bestaat er vrees voor de eigen veiligheid. Die wederzijdse vrees zou het uitgangspunt moeten zijn voor het nadenken over hoe een gezamenlijke Europese Veiligheidsstructuur vorm gegeven kan worden.
Waarschijnlijk ben ik niet de enige binnen de partij die met verbijstering gade slaat hoe GroenLinks-PvdA afdwaalt van zijn ooit ook pacifistische wortels. Dat je zelfs op je Europese congres in alle talen zwijgt over de onmiskenbare waarheid – meer wapens roept om meer oorlog – dat is onbestaanbaar.
Het is niet te geloven dat een linkse milieupartij zo makkelijk in de val trapt van militarisering en geen seconde ook maar een poging doet om na te denken over hoe we in vrede en wederzijdse veiligheid in Europa samen kunnen leven.
Het gezegde is: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Vandaar mijn voorstel: organiseer op korte termijn een VREDESCONFERENTIE.
Uitgangspunt moet zijn hoe een gezamenlijke Europese Veiligheidsstructuur vorm te geven