Bij tijd en wijle houdt een Kamerlid of Senator het voor gezien in de eigen fractie, stapt eruit en begint in het Parlement een eenmanszaak. Hoe men ook zo een stap kan begrijpen voor het functioneren van de volksvertegenwoordiging is dat niet handig. Wat kan een éénpitter bijdragen aan de kwaliteit van wetgeving?
Die vraag kan omgekeerd ook gesteld worden aan het (on)mogelijk functioneren van Laurens Dassen van Volt, nu hij in z’n uppie in de Kamer zit. Waarom sluit hij zich niet aan bij D66?
Met een vergrootglas kan men de verschillen tussen de partijen wel zien, maar die zijn toch niet groot genoeg om apart te opereren. Toen ik overwoog dit stukje naar een krant te sturen bedacht ik meteen: niet doen. Want dan krijgt D66 er een zetel bij een heeft een mogelijke coalitie over rechts een nipte meerderheid van één zetel. Dat is wat ik niet wil.
Dus ik houd mijn voorstel aan Laurens Dassen om naar D66 te gaan even voor me, tot er een nieuwe regering is, hopelijk dan centrum-links. Laurens Dassen zou daar beter bij staan dan bij de extremen van rechts.