De impasse is compleet. Wat al decennia duidelijk was toont zich nu van z’n meest absurde kant. Een werelddeel met ruim een half miljard inwoners dat samen een Unie vormt kan niet bestuurd worden als voor elke beslissing unanimiteit van alle landen vereist is. Het kan ook niet volwaardig bestaan als enkele deelnemende landen de grondprincipes van de Unie aan hun laars lappen. Dat is de situatie die zich nu voordoet.
Hongarije en Polen willen niet dat zij, net als andere landen, onderworpen worden aan de toets of de rechtstaat nog wel naar behoren functioneert. Om te voorkomen dat hen de maat genomen wordt spreken ze hun veto uit over de begroting van de Europese Unie en tevens over het Herstelplan en –budget dat voor de coronacrisis in het leven geroepen is. Als het aan Polen en Hongarije ligt liever geen gezamenlijke Europese Unie, met alle voordelen van dien, dan buigen voor de democratische grondwaarden van de Unie.
Eigenlijk bestaat er maar één uitweg uit deze impasse. Dat is: de 25 overgebleven landen treden uit de Europese Unie en beginnen een nieuwe Europese Unie waarbinnen het principe van de unanimiteit van stemmen niet meer voorkomt, maar wel dat besluiten met gekwalificeerde meerderheid genomen kunnen worden. Ik geef toe, dat is een complexe operatie, maar het is de enige manier om van de Unie een sterke entiteit te maken die bestand is tegen de woelige wereld om ons heen.