De dood van de progressieve opperrechter Ruth Bader Ginsburg geeft Donald Trump een kans om een conservatieve, c.q. reactionaire plaatsvervanger te benoemen, althans dat denkt en hoopt hij. Dat gaat de komende weken veel gestegel geven.
Wat onbenoemd zal blijven is het bizarre feit dat rechters in de Supreme Court, of ze progressief of conservatief zijn – het maakt niet uit -, daar gedurende vele decennia, door hun uitspraken, de politiek van de Verenigde Staten kunnen bepalen. Toen de Founding Fathers hun nieuwe federatie stabiliteit wilden geven kozen ze voor rechters voor het leven. In hun tijd, en lang daarna, stierf iemand die op z’n vijftigste benoemd werd op z’n zestigste, dus die had een zittingsperiode van ongeveer tien jaar. Nu kan iemand benoemd worden terwijl die veertig jaar oud is en gezond en wel z’n tachtigste halen; een zittingsperiode van veertig jaar.
Veertig jaar lang kan die alles wat kiezers in al die jaren zouden willen, door zijn of haar uitspraken overrulen en van nul en geen waarde verklaren. Dat is niet democratisch. Het wordt nog gekker als men bedenkt dat het toevallig sterven van een opperrechter de dan zittende president en de meerderheid in de Amerikaanse Senaat de macht geeft een nieuwe rechter te benoemen die decennia meegaat.
Wat een president ook aan goeds of kwaads heeft uitgespookt, zijn toevallige en te langdurende nalatenschap is de politieke en morele affiniteit van de rechter(s)die hij (of ooit zij???) benoemd heeft. Dit soort kansspelen hoort thuis in Las Vegas, maar is een democratie onwaardig.