Het is geen wet van Meden en Perzen dat de grootste partij de premier levert. Van 1971 tot in 1973 was Barend Biesheuvel, lid van de ARP, de eerste minister. Zijn partij was kleiner dan de partij van de katholieken, de KVP, maar om redenen die er hier niet toe doen lieten de katholieken de eer aan een protestant.
Dit voorbeeld kan ons helpen bij de komende kabinetsformatie. Voorspellen is niet mijn beste gave, maar het is niet ondenkbaar dat D66 weer aan de regeringstafel zal aanschuiven, en ook niet ondenkbaar is dat dat met VVD en CDA zal zijn. Dan is er alle reden om Sigrid Kaag het land te laten leiden als eerste vrouwelijke minister-resident. Het wordt tijd.
Het is natuurlijk zeker dat D66 in zo een coalitie niet de grootste zal zijn. Gezien het precedent uit de jaren zeventig hoeft dat geen bezwaar te zijn. Het gaat er nu om Nederland eindelijk eens te laten leiden door een vrouw. Bovendien, aan Rutte kleven te veel smetten. Onder zijn leiding is de ongelijkheid in de samenleving aangewakkerd, is de rol van de staat geprivatiseerd en dat alles culmineerde in de Toeslagenaffaire. Hij valt dus af. Ook Wobke Hoekstra van het CDA zou geen gelukkige kandidaat zijn. Ook hij was medeverantwoordelijk voor hoe duizenden landgenoten de dupe werden van de Toeslagentoestand. Bovendien heeft hij een empathisch vermogen dat gegoten is in beton. Dus ook aan hem de leiding van het land niet toevertrouwen.
Het ligt dan voor de hand om te kiezen voor Sigrid Kaag: een buitengewoon bekwame vrouw, die verder kijkt dan de nabije toekomst en die beseft dat het kleine Nederland zich in de grote wereld alleen staande kan houden samen met de andere Europese landen verenigd in de EU. Sigrid Kaag voor minister-president. Mocht er een regering komen die iets linkser van snit is, ook dan is zij de juiste vrouw op de juiste plaats.