Een jonge vrouw wilde dood, soms wel, soms niet, wel, niet, wel, en toen het te laat was niet, maar ze ging wel dood, aan het Middel X (de Volkskrant, 3 juli 2021). Over de wil, de vrije wil om te sterven kunnen we het straks hebben. Ze wilde anderen niet iets verschrikkelijks aandoen, dus niet voor de trein springen, niet van de hoogste verdieping van de flat, niet de pols doorsnijden. Wat dan wel? De Levenseindekliniek kon en mocht haar niet helpen. Wat restte was Middel X.
Nu komt de Coöperatie De Laatste Wil in het vizier. Wie in Nederland wil sterven moet de meest verschrikkelijke toeren uithalen om dat te realiseren. De Coöperatie heeft achterhaald dat er een middel bestaat – Middel X – dat effectief werkt bij een stervenswens, althans dat was en is de hoop. Maar, de Coöperatie verstrekt daar actief geen informatie over, mag dat niet en kan dat dus niet doen. Er zijn wel mensen die erover weten en die anderen kunnen informeren hoe eraan te komen.
Dat overziende hebben we te maken met een bizarre situatie. Als mensen, om hen moverende redenen, willen sterven zouden ze dat toch moeten kunnen doen, begeleid door een arts. Dat is precies waarom de Coöperatie de Laatste Wil de Nederlandse staat recentelijk heeft aangeklaagd. Immers, het recht om zelfgekozen, waardig te sterven wordt ons onthouden.
Nu blijkt dat de wereld op z’n kop gezet wordt. De Coöperatie De Laatste Wil, die haar bestaansrecht ontleent aan het bepleiten van het recht om op menswaardige wijze, op een zelf gekozen moment, te sterven, wordt nu aangeklaagd wegens vermeende – niet bewezen – medewerking aan de pijnlijke dood van de jonge vrouw. De bedoeling van de Coöperatie is nu juist dat mensen bij hun sterven niet lijden. Hoe kan het OM een aanklacht formuleren tegen een club die juist niet wil wat met die jonge vrouw gebeurde – het sterven duurde lang en was pijnlijk- , en er ook niet aan meewerkte? Het is de hypocrisie ten top. Eigenlijk zegt het OM: mensen mogen zichzelf niet doden. Wie maar in de buurt komt van het vermoeden daaraan mee te werken moet vervolgd worden.
Maar waar haalt het OM het recht vandaan om te bepalen dat mensen zich niet mogen doden? Staat het OM bij alle bruggen te kijken of iemand ervan afspringt? Natuurlijk is het moeilijk voor ons, als nabestaanden, ons voor te stellen dat iemand niet meer wil leven, zeker als het om een jong persoon gaat. Dat neemt niet weg dat ook die het recht heeft om te sterven.
Laten we ons de situatie voorstellen dat ook een jong iemand het recht heeft om begeleid waardig te sterven, bijvoorbeeld bij de Levenseindekliniek. Misschien zou de jonge vrouw,
waar we het over hebben, nu nog leven: geconfronteerd met de mogelijkheid echt te sterven zou ze misschien gekozen hebben voor leven. De dagelijkse fictieve obsessie met sterven zou dan een andere dimensie krijgen: het kan, maar is dat wat ik wil? Ik zeg niet dat dat in alle gevallen zo zal gaan, maar het zou kunnen.
We hebben het in ons land hoog op over de vrij wil, maar over de meest elementaire vraag – leven of sterven – wordt die ons onthouden. Mijn raad aan de politiek is dus: geef ons dat recht, zo snel mogelijk. Mijn raad aan OM is: doe een stap terug. Het strafrecht is niet het geëigende middel om in te grijpen in het debat over de vrije wil om op een zelfgekozen moment, door een arts begeleid, te sterven.
Dit artikel is ook gepubliceerd op de nieuwssite Joop.